Het kan zijn dat je door een ongeluk(je) een tand kan missen in je mond. Mocht je enige tijd rondlopen met een gat tussen de tanden, kun je er voor kiezen om bijvoorbeeld een implantaat kies te nemen als je een kies mist. Als we 5000 jaar terug gaan komen we al uit bij de eerste tanden die gevonden zijn waar in geboord is. In het verleden was het trekken van tanden en kiezen een voorkeursbehandeling tegen allerlei ziekten. Er waren nog niet echt tandartsen die de tand trekken in die tijd, maar het was vooral een bezigheid van de barbiers en de algemeen artsen. Rond 700 voor Christus konden de mensen waarschijnlijk al bruggen en kronen maken voor in de mond. Het is dus niet een techniek die pas uitgevonden is, wij hebben het eigenlijk meegenomen van onze verre voorouders. Pas na 1650 werd de tandheelkunde een moderne wetenschap. Pierre Fauchard wordt sindsdien beschouwd als de vader van de tandheelkunde. Niet de oude manier van tandheelkunde maar meer van de modernere vorm. Hij was de eerste die gebruik ging maken van protheses en gebruikte vullingen om tandbederf tegen te gaan. Ook verwijderde hij ziektes uit de pulpa uit de kies en kwam tot de conclusie dat de zuren uit het voedsel end rank de grondlegger van de tandbederf was. De instrumenten voor het trekken van de tanden was in de loop der tijd steeds verder ontwikkeld. In de 14e eeuw werd de tandenpelikaan uitgevonden en die bleef in gebruik tot in de loop van de 18e eeuw. Ergens in de 18e eeuw kwam de sleutel die opgevolgd werd in de 20e eeuw door de extractietangen. Nu gaan de meeste mensen elk jaar twee keer naar de tandarts om het gebit te controleren, maar dat was vroeger niet het geval. Toen mocht je al blij zijn als je één keer per jaar op bezoek ging bij iemand die thuis was in de tandheelkunde. |
http://www.orfeokliniek.nl/ |
Tanden trekken vroeger en nu
